Wat vind ik in Daphnis?

Daphnis is een databank van meer dan 50.000 records met elk zo’n 20 variabelen.
Hoewel met man en macht gewerkt is om de gegevens correct in te voeren en te controleren, zijn fouten niet uit te sluiten. We moedigen je aan om deze te melden via het contactformulier.

Ook lacunes kunnen voorkomen, maar raadpleeg eerst de lijst van ontwerpkeuzes hieronder om te bepalen of een onvolledigheid intentioneel is.

Een klein aantal gegevens kon niet geverifieerd worden. Bij deze informatie staat een waarschuwing ( ). Met gegevens over de periode 1796-1830 (met name vóór 1808) is het altijd oppassen. Voor deze periode is de situatie op papier immers niet altijd duidelijk en de realiteit nog veel minder.

Een databank van de fiscale ressorten maken is geen klein bier en dwingt tot ontwerpkeuzes. Deze lichten we hier per onderdeel toe:

Specificaties met betrekking tot de gemeenten in de databank

  1. Daphnis bevat de ressorten van kantoren en comités binnen het huidige Belgische grondgebied. Zijn dus onder meer niet opgenomen: de gemeenten die in 1839 werden afgestaan aan Nederland of Luxemburg, en de Duitse kantoren die voor 1920 bevoegd waren voor de Oostkantons.
  2. Daphnis bevat alle lokaliteiten die tussen 1796 en nu tijdelijk of continu als zelfstandige gemeente bestaan hebben. Ze bevat dus ook lokaliteiten die al voor 1830 gefusioneerd, gesplitst of van naam veranderd zijn. Ze bevat evenwel geen parochies of gehuchten die nooit het statuut van een autonome gemeente gehad hebben.
  3. De lijst van gemeenten in Daphnis is gebaseerd op:
    VRIELINCK, Sven, De territoriale indeling van België (1795-1963), Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en de supracommunale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, Leuven, 2000.
  4. De databank houdt geen rekening met grenswijzigingen onder het niveau van de (deel)gemeenten. Wanneer een gehucht/landstrook/perceel werd overgedragen van één gemeente naar een andere, en daardoor onder de bevoegdheid van een ander kantoor terecht kwam, is dit niet gespecificeerd (tenzij de wet expliciet stelde dat het overgehevelde grondgebied desondanks onder hetzelfde kantoor bleef).
  5. Voor gemeenten die gesplitst zijn, wordt de geschiedenis na de splitsing apart weergegeven. Wie bijvoorbeeld zoekt naar de bevoegde kantoren voor Deurne-Borgerhout (tot 1836 was dat één gemeente), krijgt na 1836 zowel het overzicht van Deurne als van Borgerhout.
  6. Om technische redenen is het daarom ook niet mogelijk om enkel de geschiedenis van een deelgemeente weer te geven die eerst fuseerde en vervolgens opnieuw werd afgesplitst. Dit was bijvoorbeeld het geval met de gemeente Genoelselderen, die in 1971 bij Elderen gevoegd werd en in 1977 opnieuw verdeeld werd volgens de oude gemeentegrenzen.

Specificaties met betrekking tot de bevoegdheden

  1. De bevoegdheden van de fiscale buitendiensten zijn in de loop der jaren veranderd van concrete inhoud, naam, samenstelling etc. Om praktische redenen zijn enkel de recente benamingen van de bevoegdheden gebruikt in de database. Hierdoor is het mogelijk dat de omschrijving van een bevoegdheid in de databank niet exact overeenkomt met de bewoording in oude bronnen.
  2. Negen primaire bevoegdheden worden door Daphnis afgebakend en in kaart gebracht:
    • aankopen en onteigenen van onroerende goederen,
    • beheren van onroerende goederen en invorderen van retributies voor het gebruik van domeingoederen,
    • centralisering van de eigenaarsgegevens,
    • invorderen van de successierechten: aangiften nalatenschap,
    • opvolgen van onbeheerde nalatenschappen en vereffenen van erfloze nalatenschappen,
    • registreren van burgerlijke (o.a. notariële) akten,
    • registreren van onderhandse akten,
    • verlenen van hypothecaire publiciteit aan onroerende mutaties (overschrijven),
    • vervreemden en verkopen van onroerende goederen van de staat.
  3. De databank brengt dus niet alle bevoegdheden in kaart en alle kantoren die bestaan (hebben). Zijn dus onder meer buiten beschouwing gelaten:
    • de zegelrechten en hiermee gelijkgestelde taksen,
    • de registratie van exploten en processen-verbaal van deurwaarders,
    • de registratie van gerechtelijke akten,
    • de registratie van administratieve akten,
    • de registratie van protesten en hiermee gelijkgestelde taksen,
    • de invordering van geldboeten,
    • de invordering van gerechtskosten,
    • de invordering van weggelden (tol),
    • de invordering van verschillende en toevallige middelen,
    • het landbouwvoorrecht,
    • de invordering van opbrengsten van de domaniale of onverdeelde bossen.

Specificaties met betrekking tot de periodes

  1. Waar mogelijk wordt de exacte datum (d/m/jjjj) gegeven waarop een ressortwijziging van kracht werd. Als de precieze datum onduidelijk is, wordt enkel het jaar vermeld. Indien ook het jaar onzeker is, wordt het jaar gegeven waarin of waarrond de wijziging vermoedelijk intrad, met een waarschuwing.
  2. Het moment waarop een ressort volgens de databank wijzigt, kan licht afwijken van het moment waarop de herziening effectief intrad, en dus van de reële situatie die je kan aantreffen in de archieven. Dit komt doordat vooral oudere wetten en besluiten niet altijd een datum van inwerkingtreding vermelden, en omdat zelden gespecifieerd werd wat er na een ressortwijziging moest gebeuren met akten van voor de wijziging. Het is in het algemeen altijd mogelijk dat een ressortwijziging vroeger, later, slechts gedeeltelijk of helemaal niet werd uitgevoerd zoals door de wet voorzien.
  3. In steden met meerdere kantoren is geen nieuwe regel aangemaakt wanneer enkel de verdeling van de kadastrale afdelingen en/of notarissen wijzigde. Dergelijke veranderingen zijn aangegeven in het veld ‘Onderverdeling van het ressort’ in de pop-up die verschijnt wanneer je op de knop ‘Meer informatie’ klikt of met de muis over de kantoornamen beweegt.

Specificaties met betrekking tot de kantoortypes

  1. Bij elke wijziging van het kantoortype is een nieuwe regel aangemaakt, ook wanneer de bevoegdheden van het kantoor in feite dezelfde bleven. Dit gebeurde met name in de jaren 1960-1970, toen de ‘kantoren der registratie en domeinen’ stapsgewijs officieel omgedoopt werden tot ‘kantoren der registratie’. De meeste van deze kantoren behielden wel hun domaniale bevoegdheden tot in 1975 of 1976.
  2. De gewestelijke directies hadden aanvankelijk de naam Gewestelijke Directie van de Registratie en Domeinen. Vanaf de versmelting met de bevoegdheid voor de BTW in het begin van de jaren 1970, werden het de Gewestelijke Directies van de BTW, Registratie en Domeinen, en werden ze genummerd (I en II). Vanaf 1 januari 1979 werden de directies I en II respectievelijk ‘Directies-Registratie’ en ‘Directies-BTW’ genoemd.

Specificaties met betrekking tot de kantoornamen

  1. De naam van een kantoor komt meestal overeen met de plaats waar het gevestigd was, maar niet noodzakelijk. Hierdoor kan de naam van een kantoor veranderen als gevolg van een verplaatsing van de zetel. Niet elke fysieke verhuizing naar een andere gemeente leidde overigens tot een aanpassing van de kantoornaam.
  2. Niet elke nieuwe regel met een nieuwe kantoornaam wijst op een ressortwijziging of de oprichting van een nieuw kantoor. Een kantoor kan ook van naam veranderd zijn.
  3. Omgekeerd kan er een nieuw kantoor opgericht zijn ter vervanging van een ander, zonder dat de databank dit aangeeft (tenzij in de opmerkingen), omdat het nieuwe kantoor de naam overneemt van het oude. (Zo nam het registratiekantoor van Herzele in 1979 het ambtsgebied, de vestigingsplaats en de naam over van het registratiekantoor van Zottegem, dat werd afgeschaft. In de databank blijven de gemeenten onder het ‘registratiekantoor van Zottegem’ vallen.) Deze gevallen zijn heel zeldzaam.
  4. De officiële benaming van de hypotheek- en registratiekantoren eind 18e-begin 19e eeuw zijn niet altijd duidelijk. Meestal kan er echter weinig twijfel bestaan over het kantoor waarover het gaat. De meeste steden beschikten over één hypotheekkantoor en één registratiekantoor, doorgaans vernoemd naar de plaats waar het gevestigd was. Soms gebeurde ook de registratie voor enige jaren (tot uiterlijk tijdens de jaren 1850) in het hypotheekkantoor. (Verschillende kantoren waren verbonden aan één hypotheekkantoor.)
  5. Terwijl de benaming ‘kantoor der registratie en domeinen’ in de jaren 1960-1970 wettelijk werd vervangen, is er voor de meeste kantoren geen duidelijk onderscheid tussen de termen ‘kantoor der registratie’ en ‘registratiekantoor’, die daarna gebruikt werden. In de databank is geopteerd voor de vandaag meest gangbare term: ‘registratiekantoor’. (Het probleem stelt zich niet in het Frans.)
  6. In 2014 werden de kantorenverbanden opgericht. Hoewel de benaming van sommige kantoren in Daphnis ongewijzigd lijkt, moet deze anders gelezen worden.
    Bijvoorbeeld:
    • Kantoor Dendermonde 1 vóór 1 april 2014 = ‘Eerste registratiekantoor van Dendermonde’
    • Kantoor Dendermonde 1 na 1 april 2014 = ‘Eerste registratiekantoor van het kantorenverband Dendermonde’

Specificaties met betrekking tot de onderverdeling van het ressort

  1. Enkel indien het grondgebied van een stad verdeeld was over verschillende kantoren, en de wet aangeeft welke notarissen zich naar welk kantoor moesten begeven, zijn de namen van deze notarissen opgenomen in de databank.
  2. De opvolgers van een notaris moeten zich naar hetzelfde kantoor begeven als hun voorganger. Opvolgers zijn niet opgenomen in de databank.
  3. Het komt voor dat een kantoor wijken en/of notarissen uit verschillende gemeenten in zijn ambtsgebied heeft. In de onderverdeling van het ressort worden dan enkel die wijken en/of notarissen genoemd in de gemeente die je opzocht. (Zocht je bijvoorbeeld op de gemeente Deurne, dan krijg je enkel de wijken en notarissen uit Deurne te zien waarvoor het registratiekantoor van Deurne bevoegd was, hoewel ook bepaalde notarissen uit Antwerpen-stad zich naar dit kantoor moesten begeven.)

Specificaties met betrekking tot de wettelijke referenties

  1. De ‘Directeur-Generaal’ slaat op de ‘Directeur-Generaal van de (Belasting over de Toegevoegde Waarde,) Registratie en Domeinen’.
  2. De ‘Voorzitter van het Directiecomité’ slaat op de ‘Voorzitter van het Directiecomité van de FOD Financiën’.

Specificaties met betrekking tot bevoegde Rijksarchief

  1. Met het ‘bevoegde Rijksarchief’ wordt bedoeld waar de archieven bewaard worden die overgebracht zijn naar het Rijksarchief (m.a.w. hun definitieve bewaarplaats). Niet alle registers van alle kantoren zijn overigens reeds overgebracht en behandeld. Sommige archieven – zeker deze uit de afgelopen paar decennia – worden nog bewaard door een rechtsopvolger van het kantoor, bijvoorbeeld in één van de kantoren Rechtszekerheid van de Administratie Rechtszekerheid. Daarnaast zijn er enkele archiefbestanden die al zijn overgedragen, maar nog in behandeling zijn, eventueel in een ander depot.
  2. Omwille van de complexe en heterogene samenstelling van de archiefbestanden afkomstig van de kantoren en comités in de databank, was het niet mogelijk om voor alle regels informatie toe te voegen over de archiefblokken, archiefbestanden of toegangen die erop van toepassing zijn.
  3. Ervaren medewerkers van het Rijksarchief staan klaar om je te helpen zoeken naar het juiste archiefbestand. Ook de inventarissen die het Rijksarchief online beschikbaar stelt, helpen je voor sommige kantoren op te sporen waar bepaalde registers zich bevinden.